September 2003, Vakantie, een reis langs de Rijn
en vervolgens flink wat passen in Zwitserland e.o.

Na een herstel periode van een kleine twee maanden (Wilma had begin juli d'r enkeltje gebroken...) kunnen dan eindelijk de motoren gepakt worden. We gaan op vakantie! Maar zoals het de Vissertjes betaamt gaan we weer eens niet standaard op vakantie. Eerst maar eens op de vrijdagavond rugbyen met een handvol Roadrunners. Het was beregezellig en de mannen hadden er zin in. Met als resultaat vele gebutste lijven. Da’s erg lekker als je de volgende dag richting Melderslo wil. De buren konden beide niet lopen van de spierpijn, Bobo had ook een kronkel in het lijf en Roger had weer eens last van zijn ribben. En daar tussendoor strompelde ik en dat had niets te maken met rugbyen. Enfin, het kneuzenteam kan op weg.

Eerst maar eens een biertje halen op de motorcamping. Voor ons was dit een uitzwaai avond, de rest is ’s morgens weer vertrokken richting Den Helder. Wij zijn direkt de grens overgedoken om langs de Rijn Duitsland verder te verkennen. Was niets van te zeggen, lekker weertje en goed gereden. Op de Schwarzwalder Hochstrasse na weinig schokkends. Dichtbij Hockenheim maar eens een camping gezocht. Hierover dit: Iedereen heeft dat wel eens meegemaakt, de campings liggen altijd langs het vliegveld, spoorlijn of een drukke snelweg. Maar langs een militair oefen (schiet) terrein, dat had ik nog nooit meegemaakt. Bommen en granaten!!!


langs de Rijn

Zwarte woud

Au !

waterval in de Rijn

Fluelapass

Fuornpass
We zijn lekker op ons gemakkie Duitsland door gedenderd naar Zwitserland toe. De Bodensee is kut met peren. Niets anders als aan elkaar geregen dorpen met industrie en nauwelijks water te zien. Na een overnachting dus maar snel doorgekacheld richting de Italiaanse grens. Nu wil het geval dat we al heel veel vakantie verhalen hadden gehoord en dan met name de bergpas verhalen, tja dat moesten wij dan ook maar doen. Dus op naar Italie en ff de Stelvio doen. Toppertje, alhoewel met een zijspan is dit gewoon 49 keer straatje keren. Voor diegene die de Stelvio niet kennen, er zijn 49 tornantes (haarspeldbochten) te nemen om boven te komen. Leuk hoor, kom je boven terecht in een vliegende storm. Alle kramen gingen dicht maar we konden nog heel snel een t shirt scoren (been there, done that, got the tshirt). Na de eerste hagelstenen hielden we het voor gezien en zijn de goeie kant naar beneden gereden, veel mooier man: lekkere bochten die je kan rijden zonder naar z’n 1 te schakelen. Na deze ervaring besloten we al snel dat de Rijn niet het hoofdthema van deze vakantie zou zijn, we gaan “passen jagen”. Helemaal te gek, laat in het seizoen dus vele passen voor ons alleen en ook nog in een perfekt weertje, ’s een keer wat anders als een dikke dertig graden. We zijn nog ff in Italie gebleven en hebben dus wat pasjes meegepakt.

Stelvio in de storm

mooie bochten

in de miezer-regen door Livigno gereden

Dan weer richting Zwitserland. Nog meer passen, wat een feest. Roger had ondertussen al een rubbertje versleten, maar niet getreurd autobanden verkopen ze overal. Gelukkig vonden we een bandenboer die ook nog a la minute de band er omheen kon leggen. Nu kan Rogeetje weer normaal de linker bochten nemen! We hoorden hier, godmag weten hoe die plaats heette, dat er een zijspan treffen zou zijn, dus oppakken, twintig minuten rijden en een “treffen” meepakken. Dat was dus niks, samen een ritje rijden, dan samen op de foto, vervolgens samen eten, en zoek het lekker zelf maar uit met slapen (een camping werd te koud bevonden door de treffengangers) en dan ’s avonds samen feesten in de plaatselijke sporthal. Da’s dus niks voor ons. We werden wel als een rariteit bekeken, komen daar ineens een afgeragde Yamaha en een niet gespoten Alfa aan. Dahhh, het bleek dus een merkentreffen te zijn. Althans de zijspannen waren allemaal van 1 zwitsers merk (Armec) en waren allemaal gepoetst! Dus maar weer door. Oja, hier in de buurt hebben we 2 nachten geslapen om ook eens bij te trekken en “lekker” zonder bagage bochten te gaan rijden. Nou, daar was ik al snel achter, da’ ga nie lukke! Dus onderweg een brok graniet van een weiland geplukt. Dat gaat al een stuk beter, we hebben die dag 5 of 6 passen gepakt. Toppertje! Komen we terug op de kamping en willen we ff het brokje uit het span halen, shit da’s zwaar. Blijk ik rond te hebben gereden met een brokkie van een kilootje of 50, vandaar dat het zo lekker reed. Dat ligt als een blok op de weg!

Armec treffen
 
wat ballast erin om lekker te sturen .

Ff over het weer: Toppertje, net ff  boven de twintig graden en geen regen. Oeps, 1 dag hebben we miezer gehad, 2 keer ‘s nachts spoelen. En verder wat sneeuw, maar dat was boven op de hoogste passen. Verder was het overal mooi rustig, ook op de campings. Nu zochten we wel campings op met restaurant en bargelegenheid want ’s avonds koelden het enorm af. Voor de tent koken is dus wel helemaal 1 keer gelukt. Maar dat was overmacht, er was namelijk geen restaurant op Wilma's loopafstand. Dus…


sneeuw!


Grimselpass
De tweede keer Zwitserland, na het uitstapje Italie, zijn we dwars door gereden. Top landje, wel een beetje duur maar schitterend rijden. We zijn maar een keer ergens twee nachten gebleven, we waren er nogal op gebrand om veel kilometers te maken en veel te zien. Da’s gelukt! Op een van onze “passen”dagen in centraal Zwitserland bedacht ik dat mijn remmen het niet zo jofel nootje deden. Nu is remmen wel voor watjes maar het geeft toch wat meer zekerheid als je ze in geval van nood kan gebruiken. Dus aan de kant met het wrak en Roger de techneut mocht hier ff naar kijken. Zijspan omhoog geperst, stoeltje eronder en remmetjes bijstellen. Shit, lucht in het systeem. Nu had ik niks meer. Roger met de Alfa in het dorp wezen kijken voor remolie, alles dicht op zondag. Tja, dan toch maar de Zwitserse ANWB gebeldt. Die kwam al gauw met een sleepwagen, da’s niet de bedoeling. Maar gelukkig had ik toch in mijn vloeibare duits kunnen uitleggen dat er alleen maar ontlucht moest worden en een beetje olie erbij. Dat was snel geregeld. En met dank aan de IRK cheques! Die Zwitsers komen namelijk niet voor niks hun bed uit, dit geintje kostte inclusief remolie van een paar pleuries wel omgerekend 190 euroo!!!!!!!!!!Op naar het volgende pech gevalletje, mijn motor liep beroerd. A wel, de benzine kraan is kapot, dachten we, want hij kreeg geen benzine. Dan maar de kranen met een tang op prime gezet en weer rijden. Dat leek even goed te gaan maar al gauw bleef ik toch op het volgende kluffie achter met een hortende en stotende motor. Roger al denken, daar heb je haar weer! Wat bleek: de bougiekap is naar zijn gallemiesse. Heel stom toevallig was er ooit een bougiekap bij mij in het bagagecompartiment (leuke voor galgje) terechtgekomen. En omdat ik mijn motor nooit opruim cq. schoonmaak lag die nog mooi voor de grijp! Dus we kunnen weer op pad.

rem bijstellen

kost een paar bandjes...

 Op de terugweg hebben we toch nog een heel deel Rijn gevolgd, tja we waren een beetje door de hooglanden heen, jammer geen passen meer. Maar toch wel mooi rijden. We gaan maar eens door Frankrijk terug want we hadden op de kaart gezien dat dat ons nog wat passen of cols zou bieden. Nu is het zo dat we altijd op pad gaan met tassen vol info, kaarten en boekjes en krantenknipsel en een heleboel toei van internet, en dus vonden we tussen de zooi ook nog iets over een moto hotel in Bussang. Dat was dan ook de enige info die we daar van hadden, dus ff op de kaart kijken: waar ligt Bussang? Goh wat erg nog meer passen (o nee, in Frankrijk zeggen ze Col) Eind van het liedje is dat we het hotel hebben gevonden, boven op de Col (www.coldebussang.com) Is een toppertje! Een mooi historisch gebouw met op het erf een opgeblazen tunnel (schuld van de duitsers), een jukebox in de zaak en een gastvrij nederlands stel achter de bar. Gelukkig zaten ze niet vol en konden we er blijven overnachten. Het leek ons in eerste instantie nogal duur maar dat viel achteraf mee, het was volpension (’s avonds een geweldig drie gangen menu en ‘s morgens een toppie ontbijt. En ze hebben errug lekkure Irish Coffee). Op deze stek vielen we wederom weer erg op, door onze niet zo frisse kleding, ongewassen motoren en dan ook nog eens volgepakt. Gek is dat toch dat die hotels een heel ander slag motorrijders trekt (Tja, we konden weer een weekje weg met de mannen, de business en het vrouwtje lieten het toe) Deze gasten zullen we niet gauw op het Kleppenjagers treffen tegen komen denk ik. Maar wij hebben er van genoten, een schoon bed en goed te eten en te drinken. Aan de eigenaar gevraagd naar een bandenzaak want Roger was aan zijn tweede rubbertje toe. Deze keer de zijspanband. Binnen een half uur was het zaakje geregeld en konden we weer verderop.


Moto-Hotel du Col du Bussang

en op weg naar de MA-Run

Het plan was richting Luxemburg te gaan, daar zou ook nog een motorvriendelijke camping zitten, dat klopt inderdaad. Na een mooie rit (alweer een mooie rit) belanden we in Stad Luxemburg. Da’s fijn, stinkend heet en midden in de spits. Dat ze daar nou geen rondweg om heen flikkeren! Enfin na deze stress de camping gevonden, en jawel een beetje laat in het seizoen, dus geen andere gasten maar we konden wel bier pakken in het “kapelletje” (klinkt interessant, we moesten hier nog maar eens terugkomen). Ja maar mooi geen eten in de verre omtrek, je zit daar echt van god en alles verlaten, en geen aanspraak. En we waren er al met al serieus aan toe om onze “branden met die wrakken”-verhalen te delen met andere motorrijders dus…dan maar een andere camping. Maar waar? De keuze viel op Zur alte Schmiede in Daun (D). Dat was nog eens 80 km rijden maar deze lokatie kennen we. Gelukkig troffen we daar een stel gestoorde engelse motorrijders aan waar we ons prima mee vermaakt hebben.Aan al het goede komt een eind, dus ook aan deze mooie vakantie. We hebben nog wel een dag of wat te gaan. Het eindpunt is de MA Run in Venlo.
Al met al een perfekte vakantie door Nederland, Duitsland, Zwitserland, Italie, Zwitserland, Frankrijk, Luxemburg, Duitsland en wederom Nederland. Mooi rondje van ruim 4000 kilometer in twee weken.