Vakantie 2010, Italië

Zaterdag 14 augustus. Vandaag vertrekken we pas, niet alleen omdat het gisteren vrijdag de 13e was. De Enigma (nu inmiddels versie 2.1) kon nog niet eerder rijden vanwege de verbouwing, nieuw blok en benzine-injectie. Dus nu de proefrit! We vertrokken pas om half één. Lekker zonnig weertje, één van de weinige dagen deze week, en op pad. Veel binnendoor want het Alfa-blok moet nog worden ingereden. De bekende route via Harderwijk en de Veluwe. Bij Schaarsbergen de A12 opgegaan naar Duitsland. Dat wordt dan de A3 en die een stukje gevolgd om vervolgens weer de binnenwegen te pakken. Vlak langs Kalkar en bij het Ruhrgebiet weer de A3 op om niet te verdwalen in al die steden. Bij Siegburg d’r af en een klein stukje snelweg die overgaat in de B8. Door Altenkirchen en dan nog een stukje binnendoor m.b.v. het navigatiesysteem om bij de nieuwe Boele’s Place uit te komen. Het is voor ons maar 25 km verder dan de oude Boele’s, 425 km gereden dus….
Op zondag hebben we niet gereden, wel wat gesleuteld (de Enigma gemodificeerd zodat deze nu wel goed op gas rijdt), gelezen en geluierd. Rijden was toch geen optie omdat het de hele dag geregend heeft. Verder Jan nog geholpen om een kluis naar boven te krijgen. Misschien wel mede daarom vroeg naar bed.
 

Op maandag 16 augustus zijn we om een uur of negen opgestaan en is Roger een boswandeling gaan maken met de honden. Ontbijten, oppakken (minimaal, want we hadden een kamer) en om effe voor elfen op pad. Via de mooie B8, die uitgestorven was, naar Frankfurt. Om de stad te vermijden daar maar weer een stukje snelweg genomen. Voorbij de stad de snelweg weer af richting het zuiden, naar de “Romantische Straße” die ons naar de Oostenrijkse grens moet brengen. Onderweg nog wat regen gehad, maar al-met-al viel het weer best wel mee. De temperaturen waren wel aan de lage kant, steeds zo rond de 15 graden. Bij een motorzaak nog een nieuw knipperlicht voor Wilma d’r motor gekocht want de oude was verrot. Af en toe wat zoeken want de “Romantische Straße”  was soms niet heel duidelijk bepijld. Na 362 km kwamen we om kwart voor zes aan op een mooie camping, gelijk twee weißen gekocht en tentje bouwen, eten koken.

Wakker geworden met het gekletter van een flinke regenbui op de tent, dus nog maar even lekker blijven liggen! Deze dinsdag ziet er naar uit nat te worden. Uiteindelijk toch maar opgestaan en de honden uitlaten. Koos had er niet veel zin in en was weer rap terug bij de tent. Ontbijtje van stevig Duits brood, Wilma kreeg het niet weg. Daarna heeft Roger nog wat gesleuteld aan de BMW. Remblokken van het zijspan vervangen, was echt wel nodig, en het gisteren aangeschafte knipperlicht erop gezet. Nu kan Wilma weer met goed fatsoen linksaf. Pas tegen enen op pad! We proberen zo veel mogelijk de  “Romantische Straße”  te volgen. Feuchtwangen, Dinkelsbühl, Nördlingen, Donauwörth, allemaal nog de B25. Dan allerlei kleine weggetjes binnendoor naar Augsburg. Mooie weggetjes maar weinig pompstations, zeker met LPG. Vlak voor Augsburg getankt en door deze grote stad een rond/autoweg gevolgd, i.p.v. door het centrum waar het bord “Romantische Straße” ons heen stuurde. Een stukje op de bonnefooi binnendoor en uiteindelijk kwamen we toch weer op de juiste route. Aangezien campings hier dun gezaaid zijn besloten we om een uur of zes een kamer te nemen. Dat werd dus in Gasthof Graf in Steingarden, zo’n 20 km voor Füssen, wat het eindpunt van de “Romantische Straße” is. Toch nog 262km afgelegd.

We zijna alweer een halve week verder, woensdag de 18e, en vertrokken met een beetje regen op tijd bij het hotel vandaan. Vlak voor de Oostenrijkse grens in Füssen nog wat foto’s gemaakt van een heel bekend kasteel wat als model zou zijn gebruikt voor het sprookjeskasteel in Disneyland. Het is inmiddels min-of-meer droog als we de grens oversteken. Over de Oostenrijkse binnenwegen proberen door te rijden, wat niet altijd lukte vanwege de campers die echt niet opschieten in de bergen! Maar toch, lekker gereden. Zuidwaarts langs Sölden en voor je het weet ben je bij de Italiaanse grens! Niet dat we daar veel van gezien hebben. De grens was op de Timmelsjoch (€12 per motor,enkele reis!), die ruim 2500 m hoog is. En aangezien de wolken zo’n 500 m lager hingen, reden we dus met ons hoofd in de wolken; ongeveer 25 m zicht!  Maar eenmaal onder de wolken werd het zonnig en het is nog steeds mooi rijden in de Alpen, we zitten nu zo’n beetje in de Dolomieten/Tirol, dus veel bochten en tunneltjes. Dit keer besloten we wel eens op tijd een camping te zoeken en dat lukte na  219km in Merano. ’s Avonds lekker een flink aantal biertjes gedronken op een terras vlakbij de camping. Hier ook nog wat zitten kletsen met een stel Italiaanse zijspanrijders-met-hond, trouwens lid van Roadrunner-Italia.

 

Het is weer donderdag! Niet dat dit van belang is, maar toch. We hebben besloten om een rustdag te houden. Rustig voor de tent, een stadswandeling(etje) want bloedheet en weer voor de tent. Een paar koffietjes , wat praten met de Italiaanse zijspanrijders en slapen.  
Vrijdag de 20e. Omdat we gisteren lekker rustig aan hebben gedaan waren we nu vroeg op, dus vroeg op pad. Vanaf  Merano door het Etchdal, want ze praten nog steeds Duits in dit stuk Italië. Als het dal op is rijden we op de Po-vlakte, plat en heet! Door Verona richting Rimini. Onderweg had de Alfa nog wat last van back-firing, waarschijnlijk door de hitte want de BMW rijdt ook niet lekker op gas. Terwijl we naar de kust rijden in de bloedhitte zien we in Argenta, na 341 km , een uithangbord voor een motortreffen. Het motoduck-treffen. Na deze bestudeerd te hebben zijn we daar heen gegaan. Ziet er goed uit, genoeg eten, drank en vermaak. Helaas ook veel vliegen en muggen en nog steeds bloedheet, zo rond de 28 graden.  

Voor meer foto's van dit treffen klik HIER

De tweede dag op het treffen. Eerst heeft Roger wat boodschappen gedaan in Argenta, daarna de Alfa gerepareerd want deze had last van wat valse lucht. Vervolgens wat rondgehangen op het treffen van de Street Diamonds uit Ferrara. Het treffen is op een soort van festivalterrein met genoeg voorzieningen. Er staan zo’n 12 kraampjes met allerlei biker-goodies. Er hebben een tweetal bands op vrijdag gespeeld, de tweede band was een rock-a-billy band. Flink wat treffen-kampeerders, maar ook een hoop dagjes-gasten. Ze verwachten 1000 bezoekers op zaterdagavond. Het eten is prima geregeld, een soort van catering met allerlei verschillende gerechten. Het valt ons wel op de Italianen erg met hun uiterlijk bezig zijn. Ze willen allemaal douchen, er lopen ook heel veel mensen rond in badjas of met een handdoek om. Dan gaat het strakke pak aan en worden de schoenen gepoetst, gekkenhuis!  ’s Avonds weer een rock-a-billy band! Met de prijsuitreiking kregen wij ook nog een aandenken omdat ze het erg leuk vonden dat er buitenlanders aanwezig zijn en nog met zijspannen ook!  

Redelijk snel de tent ingepakt want het is al weer bijna 30 graden. Afscheid genomen en op pad. Nog steeds door het vlakke land, het lijkt wel wat op west Vlaanderen hier. Richting kust naar Rimini om van daar uit naar San Marino te gaan. Daar aangekomen was het uitgestorven, alleen in het centrum was wat bedrijvigheid. We moeten nog duidelijk wennen aan de middagrust die ze hier nemen vanwege de hitte. Een koelkastklevertje gekocht, weer een land voor onze verzameling. Van hier uit rijden we naar het zuidwesten, naar Toscane en Umbria. We hebben op de kaart gezien dat er rond het Lago Trasimeno wat campings aan het water zijn, lekker voor de hondjes! Mooi gereden door de bergen vanaf San Marino, maar wel heet! De hele tijd rond de 30 graden!  De SS258 is een mooie weg met een hoop mooie bochten. Daarom rijden er ook veel motorrijders. Echt op z’n Italiaans; korte broek en T-shirt….. We zijn een paar keer gestopt onderweg om wat te eten, te drinken of de honden te laten zwemmen. Om een uur of zeven, na 285 km , reden we de  camping op bij het meer. We hebben een prachtig plekje op zo’n vijf meter vanaf het water. Later in de avond nog lekker voor de tent gezeten en het werd zelfs nog een beetje frisjes!

Het is al weer maandag de 23e. lekker een beetje uitgeslapen tot het te heet werd. De tarp opgezet om wat schaduw te hebben en rustig aan gedaan. Later op het terras met WiFi gezeten om dit verslag bij te werken en wat te internetten. De temperatuur is inmiddels gestegen tot bijna 35°! Toch nog maar even de motor gepakt om wat boodschappen te gaan doen 10 km verderop. Ook alles weer volgetankt. Ook nog wezen vragen voor een nieuwe band voor het zijspan, maar een bandenzaak zei al dat ie niks had voor een zijspan, zonder naar het wiel te kijken! Ze kennen geen zijspannen in Italië en willen er dus ook niet aan sleutelen. Dat blijkt morgen ook wel weer. In de avond koelt het weer lekker af en er komt wat bewolking wat weer een mooie zonsondergang geeft. Ook kwamen er twee bever-ratten voorbij gezwommen.
De dinsdagmorgen bracht niet veel goeds. De Alfa wilde niet starten! Wel stroom genoeg maar geen vonkjes e.d. Beetje meten met het gereedschap wat we bij ons hebben, maar toch wilde hij af-en-toe wel starten en dan weer niet. Het is of een sensor (niet zo moeilijk te repareren) of de inspuitcomputer (niet te repareren) maar als je ´em aansluit op een diagnosecomputer bij een dealer  weet je het. Uiteindelijk om een uur of elf de ANWB gebeld. Die reageerde voortvarend, teruggebeld, sms gestuurd en Italiaanse hulp ingeschakeld. Deze kwam pas om vier uur met een afsleepwagen. Eerst wat bellen en naar een motorzaak. Die kon er niks mee, dat wisten wij ook wel. Toen naar een Alfa-Romeo dealer, die wilde er niks mee, dat hadden we niet verwacht. Toen door naar een verzamelpunt. Wat heen en weer gebeld en ’s avonds kwam het telefoontje dat ze de motor gaan repatriëren. Geen enkele bekende garage in de buurt durft er aan te sleutelen. Hadden we niet verwacht van een “Italiaanse” motor in Italië! Later kregen we nog een sms dat er morgen een vervangingsauto voor ons klaar staat in Chiusi (toch weer 30 km verderop) bij de garage waar de motor ook staat.
Woensdag de 25e augustus wordt dus het begin van een soort van autovakantie! De auto opgehaald (een Toyota Corolla sedan met airco!) en besloten om Wilma d´r motor daar ook te stallen voor een week, die pikken we op de terug weer op. Dan kunnen we samen met de auto op pad, wel zo gezellig. Dus gelijk maar op pad met de toet. Op naar Siena!  Een mooie stad en lekker koel, ondanks dat het boven de 30 graden was. Dat komt door alle hoge en smalle straatjes, de zon komt niet op de straat. Een hoop foto´s gemaakt en lekker gegeten op een superklein terrasje. Op de terugweg een mooie route gereden, eerst een stukje de SS2 richting Rome en toen weer oostwaarts naar het meer. Hier is Toscane toch best  wel mooi, maar ook dor en stoffig met deze temperaturen. De Italiaanse automobilisten zijn er in twee soorten; de meeste rijden als idioten, alle verkeerstekens en -regels zijn niet voor hen bedoeld, of ze zijn niet vooruit te branden, 35 km/h door de bochten.  Terug op de camping, het is nog steeds bloedheet, eerst eens wat e-mails verstuurd en het telefoonnummer opgezocht van de Fazant (de garage waar de motor wordt heengebracht) en toen weer van het terras gevlucht.Ze waren met het kindervermaak en karaoke bezig. De meeste Italianen kunnen niet zingen alhoewel ze denken van wel!  
In de, wederom, bloedhitte ingepakt. Daar wordt je best wel chagrijnig van. Maar alles past makkelijk in de auto. Tegen het middaguur op pad, airco aan en rijden maar. Eerst een stukje autoweg en de rest binnendoor. Langs Assisi verder naar het zuiden. Bij Spoleto naar het oosten gereden, hier komen we in bergachtig gebied. Het wordt dan ook steeds mooier. Door het Parco Nazionale del Gran Sasso gereden, door een hele aparte vallei. Eerst flink omhoog, vervolgens door een vlakte en dan weer door de bergen. Nog nooit zo’n vallei gezien. Doorgereden naar Ascoli, Teramo en daar vlakbij zou, volgens de kaart, een camping moeten zijn. Toen we daar in de buurt waren was het al tegen zessen. De berg op gereden en op het bord wat aan het begin van de weg stond waren twee campings aangegeven. Niet dus. Geen camping te vinden, niet in Pietracamela en niet in de wintersportplaats Prati di Tivo. In eerstgenoemde plaats stond wel een bord voor een bed&breakfast, maar dat was schijnbaar voor de sier. Terug naar de hoofdweg stond een “zimmer frei” bord. Hier hadden we meer geluk! Een restaurant en een appartement. Deze voor twee nachten gehuurd om even lekker te onthaasten. Heerlijk.gegeten en geslapen.
Vrijdag de 27e, we zijn nu bijna twee weken onderweg. Met de auto ook alweer zo’n 500 km gereden.
Rustig aan ontwaken in ons appartementje. Douchen, koffie zetten en de was doen. Een wandelingetje gemaakt door het gehucht, goed voor de kuiten! Leuke foto’s genomen van de kleine straatjes, huisjes enzo. Wat later op de dag een rondritje gemaakt van ruim 140km, alleen jammer dat we een stuk weg twee keer moesten nemen vanwege een wegomlegging. Het waren wel stuurweggetjes! Er zat geen drie meter rechte weg tussen in de bergen. In de buurt van het bergdorpje Bisenti stonden nog een hele verzameling fiatjes 500 in de berm bij een garage. Ook hier kunnen ze roesten! Onderweg liep de temperatuur op tot 40 graden. Terug in Intermesoli lekker even op het terras van ons appartementje  gezeten en weer gegeten bij het restaurant, het enige restaurant trouwens in dit gehucht.
Om negen uur ontwaakt, ontbijtje en het appartement wat opgeruimd. De rekening betaald en om 11 uur gaan rijden. Eerst door de bergen naar L’Aquila. Hier moet niet zolang geleden een aardbeving zijn geweest, want de halve stad lag in puin. Ook daarbuiten een hoop huizen met scheuren en gaten. De nieuwere flatgebouwen waren allemaal beter gebouwd. Deze staan op verende poten. Vervolgens wegnummer 17 genomen naar het zuiden. Deze weg schiet lekker op. Lange rechte stukken door een vallei, afgewisseld met af-en-toe een pas. Mooie bochten en goed asfalt, gelijk een circuit. Dit in tegenstelling tot de meeste andere wegen die we hebben gehad. Nog steeds de 17 langs Isernia, hier hebben we weer een stukje “oude” weg gepakt, heerlijk rustig en lekker sturen. Verder zuidelijk langs Benevento, richting Salerno. Hier wordt de bebouwing wat drukker zodat we wat grotere wegen en zelfs een klein stukje snelweg richting Napels hebben gepakt, tolgeld valt hier wel mee, totaal 3 euro. Tegen een uur of zeven waren we in Pompeï. In de stad was het druk, de zon stond al laag, dus we zagen niet veel. Na een kleine 380 km toch de camping gevonden. Midden in de stad, vlak bij de overbekende ruïnes. Het vakantieseizoen is voorbij, dus lekker rustig.
Weer een week verder, zondag 29 augustus 2010. vandaag gaan we de ruïnes van Pompeï bezoeken. Vanaf de camping een stukje lopen, voor de verandering weer eens in de bloedhitte,  wat inkopen gedaan bij een supermarkt die open is op zondag (tot 13.30 uur) en de oostelijke ingang genomen van de scavi. Op het terrein is het heet en (grijs-vulkaan)stoffig. Maar ook zeer interresant en indrukwekkend! Door tal van straatjes gelopen en al-dan-niet gerestaureerde panden bezocht. Ook regelmatig een pauze gehouden, in de schaduw, en de honden water gegeven. Eigenlijk valt het niet te beschrijven wat je hier allemaal ziet, de foto’s zeggen meer. Wat  wel een grappige anekdote is dat bij het centrale plein, wat vroeger het handelscentrum was van het oude Pompeï, een soort van opslaghuisjes werden verhuurd voor de mensen die hun gekochte waar niet gelijk mee konden nemen. Een soort van “Citybox”, maar dan wat ouder en zonder kanteldeur! Na zo’n drie uur rondslenteren waren we ongeveer grijs van het stof en hadden we het wel gehad, dus terug naar de camping. Deze is tegenover de uitgang. Eerst nog even op het terras gezeten van een pizzeria met een paar biertjes (€4,- voor een fles van 66cl) en een pizza. Aldaar kon je ook gelijk het hectische verkeer aanschouwen. Zoals we al eerder opmerkten; de Italianen zijn verschrikkelijke weggebruikers. Volgens mij leren ze bij de eerste rijles eerst waar de claxon zit en hoe je driedubbel moet inhalen. Het verbaast me ook niet dat  80% van de auto’s hier wel een deuk of flinke kras heeft. Kinderen op schoot, geen gordel om en tegelijk sms-en terwijl je inhaalt, moet kunnen!  
Maandag, vandaag gaan we de oorzaak van de laag as op het oude Pompeï bezoeken, de Vesuvius. Het  was even zoeken om die bult op te komen, we moesten eerst door allerlei drukke straatjes en alles is hier volgebouwd. Ook ligt overal in de bermen vuilnis. Van een Italiaanse vrachtwagenchauffeur kreeg ik nog de tip om meer te toeteren, anders schieten ze niet op voor je! Uiteindelijk het nationaal park van de Vesuvius gevonden. De berg kom je zelf niet op maar wel met een 4x4 bus. Dus kaartjes gekocht en met de bus omhoog. Een achtbaan is er niks bij! Na een hoop gehobbel en geslinger kwamen we bij het eindpunt van de straat. Restte ons nog 400 meter omhoog via een wandelpad van lavagrind/zand. En wij waren uiteraard weer lekker toeristisch geschoeid; slippers en klompen. Dit was aardig vermoeiend, maar we hebben het gered. Ook de honden hielden zich goed. Je moet ze gewoon los laten lopen, dan volgen ze wel. Boven op wat in de krater gekeken (de honden wel weer aan de riem!)en naar de gids geluisterd. Deze vertelde dat er vast wel weer een eruptie komt, maar wanneer weten ze niet. Dan zal het evacueren van de omwonenden wat problemen geven. Er wonen momenteel zo’n 600.000 mensen aan de voet van de vulkaan, o.a. in Napels. Van de omgeving was niet veel te zien want de top hing in de wolken. Weer terug geslenterd, met het grind in je schoenen, wederom een ‘bumpy-ride’ met de off-road-bus, nu dus heuvelaf. Koos werd dus ook uit zijn stoel geslingerd en belandde onder de bank voor hem. Terug op de camping lekker rustig aan gedaan want het was best  wel vermoeiend. ’s Avond weer een lekkere pizza-uit-de-houtgestookte-oven gehaald op de hoek.
De tent inpakken ging nu een stuk relaxter, we hadden nu ‘s morgens schaduw. Via de Autostrada om Napels heen naar de westkust. Hier binnendoor omhoog via de SS 7 IV. Langs Mandagone, Formia en Gaeta. Alle stranden hier zijn druk en alle parkeerplaatsen bezet. Uiteindelijk, bij een pompstation, een stukje rustig strand gevonden zodat we de honden even konden laten zwemmen in het azuurblauwe water van de Middellandse zee. Door Terracina gereden de Via Appia op, deze weg kwam al voor in de Asterix albums! Weer langs de kust door het Nationaal park Dei Cinceo. Dit verschilt niet zoveel met  de kustplaatsen bij ons, alleen de duinen zijn veel lager. Hier was het ook aardig druk voor een dinsdag. Doorgereden langs de kust naar Ostia en hier de snelweg gepakt om Rome voorbij te komen. Van de snelweg af en binnendoor naar het Lago del Bracciano, bij de plaats die de naamgever is van dit meer. Hier staan talloze campings aangegeven en we hebben er dan ook een gevonden aan de rand van het meer. Het nadeel is dat het erg toeristisch is en dat ieder stukje oever is verhuurd. Dan kan je ook nergens lekker met de honden lopen.  

Deze woensdag besloten we maar  weer om te vertrekken, na één nachtje op deze camping. Vandaag gaan we Wilma d’r motor weer ophalen. Vanaf het meer reden we gelijk al fout, maar als je ergens nog nooit geweest bent is alles interessant. Weer verder noordwaarts naar Chiusi. Weer lekker gestuurd door de bergen en de temperaturen zijn ook iets lager. Aangekomen bij de garage wachtte ons een verassing! Ze hebben de sleutels van Wilma d’r motor meegegeven met de sleutels van de Enigma! En aan het sleutelbosje van de Enigma zitten ook de reservesleutels van de BMW. Het eerste is niet slim van hun en het tweede is, in dit geval, niet erg handig gedaan door ons. Wat nu? De ANWB gebeld en na een kort overleg vonden zij ook, zeker omdat het een dag of vier zou duren voordat de sleutels terug zijn, om de BMW dan maar ook op transport te zetten. Kunnen we in ieder geval lekker samen met de auto verder! Zo gezegd, zo gedaan. Weer richting Siena. Over de doorgaande weg, stukje fout gereden dus weer mooi kunnen sturen, langs Siena. Wat grotere wegen, weer een stuk binnendoor door mooi Toscane. Alleen jammer dat je er weinig van ziet als je 35 km lang achter een vrachtwagen hangt! Uiteindelijk, na ruim 350 km , net voor donker op een mooie camping in Pisa aangekomen. Hier hebben ze lekker koud bier en goed eten.  

Vandaag maar cultureel doen, dat scheve ding in Pisa bekijken. Dat gebeurde pas tegen drieën want rustig opstaan, douchen (werd tijd!), honden uitlaten en ontbijtspullen kopen. Vervolgens naar de oude stad gelopen. Dat is maar 15 minuten van de camping. En gelijk stonden we bij de toren, maar niet voordat we een biertje op een terras hebben gedronken. Eéntje maar, want zo naast de toren kost een biertje bijna 8 euro, per stuk dus! Vervolgens wat foto’s gemaakt en langs alle souvenirkraampjes gelopen. Verder de stad ingewandeld, langs alle eettenten waar de obers je binnen proberen te lokken. Van Sjaak is nog een tekening gemaakt door een straatartiest, deze kregen we voor niks. Hij zag ook wel in dat deze niet erg gelijkend was. In een rustig achterafstraatje nog een paar biertjes gedronken, hier waren ze wel redelijk betaalbaar (de helft van de vorige keer). En langzaam weer terug naar de camping, alwaar dit verslag weer is bijgewerkt.          

Deze vrijdag lekker gereden, het meeste over kleine weggetjes met gemiddeld zo’n 12 bochten per kilometer. Dat houd dus in dat we maar hemelsbreed ongeveer 130 km hebben afgelegd,terwijl de teller van de auto toch echt 300 km aangaf! Deze weggetjes deden ons wel de motoren missen, want je kan hier verschrikkelijk mooi sturen. We zijn dus vanaf Pisa richting Lucca gegaan, vervolgens via Barga de SS445 naar Aula. Dan de SS62 langs de snelweg en bij Pontrémoli linksaf over een weggetje wat op onze kaart geeneens een nummer heeft. Hier reden we door het regionale park Dell’ Aveto. Zoals gezegd, schitterend sturen en alles is hier weer lekker groen en minder stoffig. Hier in het noorden rijden ze ookeen stuk beschaafder als in het zuiden. De temperatuur zakte ook toen we de hoogte in gingen naar 15 graden! Uiteindelijk kwamen we op de SS45 uit die we een aantal jaren geleden toen we uit Kroatië kwamen, in omgekeerde richting hebben gereden. De eerste camping die we vonden was dicht, de tweede wilde geen honden hebben en de derde was dezelfde weg als op onze vorige reis hierlangs. Dat is bekend terrein, helemaal verreisd het tentje opgezet.  
4 september, zaterdag. Dit wordt een rustig dagje. Een beetje met de honden bij de rivier klooien, wat door het stadje geslenterd en lekker niksdoen. ’s Avonds was er op de camping een groot  diner met alle vaste campinggasten. Leuk om naar te kijken, het  was vlak naast onze stek, en naar de “prachtige” muziek te luisteren.

Op zondag is het in Italië ook wielrendag. Daar kwamen we achter toen we van de camping weg wilden rijden. Een grote file omdat de weg was afgesloten vanwege een wielerkoers. Omgekeerd en een alternatieve route genomen. Weer door de bergen over mooie glooiende wegen. Later werden dit echte bergwegen met haarspeldbochten en al. Over de passo de Pènice waar bovenop een verzamelpunt van motorrijders is. Toen we uit de bergen vandaan reden hebben we de SS10 naar Turijn genomen. Deze loopt  vlak langs de snelweg maar er is net even meer te zien. Voor Turijn wel de snelweg genomen om het drukke stadsverkeer te omzeilen. De AutoStrada gevolgd richting Fréjustunnel. De weg die wij hadden werd vanzelf provinciale weg (SS23). En volgens onze kaart zouden daar genoeg campings moeten zijn. Niet dus! We hebben één bordje gezien, één keer iets wat opeen camping leek maar geen bordjes en weer diverse wintersportplaatsen zonder campings. Na 360 km vlak voor zeven uur, net toen we de moed hadden opgegeven en door zouden rijden naar Frankrijk vonden we een camping; Don Bosco. Met pizzeria! Vlak bij Oulx, niet zo ver van de Franse grens. Alle trekkersplaatsen op de camping staan vol met off-the-road-motoren of 4x4 auto’s. We zitten hier dan dus ook midden in het off-road walhalla.

Het  was al vroeg levendig op de camping. Iedereen moest  weer vroeg op pad om een dagje te gaan off-road rijden. De groep 4x4 auto’s waren om negen uur al op pad, tegen die tijd waren ook al veel motoren “de paden op,de lanen in”. Wij zijn via Suza over de Col de Cenis gegaan en hebben op ruim 2000 m hoogte afscheid genomen van Italië. Vervolgens hebben we in Frankrijk de “route des haute Alpes” genomen over de Col de Iseran (2770m) en door de bekende wintersportplaats Val d’Isère. Dit is een schitterende weg door een adembenemend landschap. De weg geeft af en toe wel een onbehaaglijk gevoel. Je rijdt namelijk over redelijk smalle wegen langs steile hellingen en nergens staan vangrails o.i.d. Ook niet in de bochten. Daarom is het ook vermoeiend rijden en hielden we het na ruim 180 km al voor gezien. Volgens onze gegevens zou aan het eind van deze route een camping zijn. Na 34 km heen-en-weer rijden niets knaps gevonden. Wel een uitgestorven camping zonder winkel of restaurant. Bleek later aan het andere eind van het dorp Séez een camping te zijn met alles binnen loopafstand. En daar genieten we (eindelijk) van een verfrissend buitje die de hele nacht aanhoudt.  
Lekker lang geslapen want het regende nog steeds. Rustig opstaan e.d. Later met de honden naar het naburige stadje gelopen en daar wat inkopen gedaan,o.a. twee nieuwe kampeerstoeltjes. Koos wilde ook inkopen doen bij een bouwmarkt. Toen hij voorbij de (automatische) deur liep ging deze open en dat is voor Koos een uitnodiging! Toen Roger uiteindelijk naar binnen stapte hoorde hij overal “Ou! Un chien!”  ‘s Middags wat op internet zitten klooien en de diverse Mongoolse tenten bekeken die op deze camping te huur staan. Vervolgens wat eten in het dorp. Lekker twee onbekende Franse gerechten van de kaart gekozen. En als Fransen vragen of je de steak medium wilt: dan loeit het vlees nog. Maar wel lekker!
Deze woensdagnacht de 8e had het weer lekker geregend dus de tent kon nat de auto in. Om even over tien reden we van de camping af richting Albertville over een mooie grotere doorgaande weg door de uitlopers van de Alpen. Binnendoor naar Annecy, even klooien door de stad heen en verder naar het noorden met een boog om Genève heen. Vervolgens rijden we vlak langs de Zwitserse grens de Jura in.  Het is wel wat lastig omdat de wegnummers op onze kaart niet overeenkomen met die van de bordjes langs de wegen. Dit terwijl onze kaart van uitgave 2005 is. Maar ook dit is weer een prachtig gebied, glooiende groene heuvels en af een toe een hoge rots. Het miezert af en toe en dat zorgt er ook voor dat de temperatuur ook zakt  tot 10°C . Dit samenspel van weersinvloeden deed ons ook besluiten om maar eens een hutje te huren i.p.v. de tent opzetten. Dit is gelukt in Malbuisson bij een meer. Kunnen we lekker douchen en koken in onze eigen “toko”.
Weer verder naar het noorden langs de zwitserse grens, op naar het zwarte woud in Duitsland. We rijden door prachtige gebieden in de Jura en door het departement Doubs. Vervolgens door Belfort richting Colmar. Hier zitten we in de Rijn-vallei en het wordt hier al weer aardig vlak. Richting de duitse grens passeren we allerlei plaatsjes met zeer duits aandoende namen; Ensisheim, Pulversheim, Wolfgantzen. Dit doet vermoeden dat dit deel van Frankrijk voor één of ander meningsverschil met hun oosterburen eerst in Duitse handen was. Bij Breisach gaan we de Rijn en dus ook de grens over. Vervolgens rijden we het mooie Schwarzwald in alwaar we, na enig zoeken, een overnachtingsplaats op een camping vonden. Net voor een gigantische onweersbui de tent kunnen opzetten en inrichten. Het valt alleen niet mee om tijdens de regen de luchtbedden in de auto op te blazen, net of de airbags zijn ontploft! Uiteraard een heerlijke schnitzel gegeten. Bijna 300 km gereden.  

We hebben ons deze vrijdag voorgenomen richting Moezel te rijden en daar een camping te zoeken. We rijden door prachtige “Märklin” landschappen, wat Roger er ook aan herinnerde dat er in Baden-Baden een mooi stationsgebouw moest staan. Dat stond tenminste altijd in de modelbouw-catalogi. De weg naar deze stad loopt over de Schwarzwalder Hochstraße, wat erg mooi rijdt en lekker opschiet. In Baden-Baden het station vrij snel gevonden en in het echt valt het dan wel een beetje tegen, zeker omdat het spoor er niet meer ligt. Om een beetje snel bij de Moezel te komen rijden we weer een stukje door Frankrijk en weer Duitsland in door het Naturpark Pfälzer wald. Dwars door Kaiserslautern naar het noord-westen. In deze hoek van Duitsland hebben we nog nooit gereden en dat is jammer,het is hier hartstikke mooi. Tegen zevenen komen we bij Zell am Mosel maar de camping daar is helaas niet wat we zoeken. Even verder is een camping vol, net zoals de volgende langs de rivier richting Cochem. Het is hier ook een drukte van belang – wijnfeesten-  en het giert van de campers. Gelukkig vinden we op een schiereilandje in het gehucht Nehren een heerlijk rustige camping aan de rivier. Toch weer 360 km gestuurd.

Op deze camping hebben we drie nachten gestaan om nog even lekker te onthaasten voordat we naar huis gaan. Op zaterdag zijn we naar het overdrukke Cochem gereden om nog wat inkopen te doen. Ook nog even door het centrum gelopen maar daar was het een gekkenhuis vanwege de wijnfeesten. Op zondag zijn we naar het wildpark in Daun gereden zo’n 55 km verderop om daar eens tussen de Yaks, Everzwijnen en andere dieren door te rijden. Weer eens wat anders en nog leuk ook! We konden dat nu eens doen omdat we meestal met de motor hier zijn. Op de terugweg een paar bakkies koffie gedaan bij de ”Alte Schmiede”. Op maandag zijn we naar huis gereden; klein stukje binnendoor, vervolgens veel snelweg en het laatste stuk weer over de Veluwe en de dijk naar Enkhuizen. Ondanks de 460 km die we hebben afgelegd waren we mooi op tijd thuis.
Daar aangekomen de boel uitgepakt, opgeruimd, Europakaart  bijgewerkt  en verlof ingediend voor volgend jaar. Dan staat weer eens Schotland op de planning.

Deze reis hebben we noodgedwongen 4450 km met de auto afgelegd en een kleine 2000 km met de motor

Naschrift: We zijn nu een paar dagen thuis en de motor van Roger -de Enigma- is al reeds thuis en doet het weer. Er zit een nieuwe sensor van €59,- in. Wilma haar motor daarentegen staat nog steeds in Italië. Ze verwachten dat de sleutels er 20 september zijn. Maar goed dat we er niet op zitten te wachten! We kunnen haar motor over 14 dagen weer in Den Helder tegemoet zien